Paragrafen

Financiering

Het is belangrijk om risico's gestructureerd en systematisch te managen en te wegen.
Rentefluctuaties hebben niet alleen gevolgen voor de rentelasten of - opbrengsten bij het aantrekken en/of uitzetten van gelden, maar ook voor de koersen van obligaties. Hieronder worden de verschillende risico's toegelicht.

Renterisico
Het beheersen van het renterisico wordt gedaan door het berekenen van de kasgeldlimiet voor schulden korte termijn en de renterisiconorm voor langlopende schulden. Het doel van deze kengetallen is om decentrale overheden te behouden voor een onverantwoord grote gevoeligheid voor rentefluctuaties. Er wordt een grens gesteld aan de structuur van de leningen, niet aan de hoogte.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet stelt een grens aan leningen met een looptijd van maximaal één jaar ( kort geld) die gemeenten hanteren voor de financiering van lopende uitgaven om tijdelijke liquiditeitstekorten op te vangen. De limiet voor het afsluiten van kortlopende geldleningen mag wettelijk maximaal 8,5% bedragen van het begrotingstotaal.  Door het hanteren van een limiet wordt voorkomen dat er uitsluitend kortlopende leningen worden afgesloten. Het aantrekken van dit type leningen is aantrekkelijk wanneer de rente laag is met een risico van een stijgende rente bij herfinanciering.  Bij een overschrijding gedurende drie achtereenvolgende kwartalen moet de gemeente maatregelen nemen.  

De ruimte onder de kasgeldlimiet is het totale bedrag waarmee de netto-vlottende schuld mag worden verhoogd voordat de grens van de kasgeldlimiet wordt bereikt. Voor de gemeente Leudal is er voldoende ruimte onder de kasgeldlimiet.

(bedrag x 1.000)

Kasgeldlimiet

3e kwartaal 2023

4e kwartaal 2023

1e kwartaal 2024

2e kwartaal 2024

Begrotingstotaal per 1 januari

93.981

93.981

106.315

106.315

Limiet percentage

8,50%

8,50%

8,50%

8,50%

Normbedrag

7.988

7.988

9.037

9.037

Netto vlottende positie

Vlottende schuld

22

19

Vlottende middelen

-29.150

-32.912

-27.198

-27.679

Netto saldo

-29.150

-32.890

-27.198

-27.660

Onder- overschrijding normbedrag

Ruimte onder de kasgeldlimiet

37.138

40.878

36.235

36.697

Overschrijding kasgeldlimiet

Renterisiconorm
De renterisiconorm is opgesteld met als doel de rentegevoeligheid van de leningenportefeuille met een looptijd van langer dan een jaar te beperken en beheersbaar te houden. Het renterisico in een bepaald jaar mag wettelijk niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Dit betekent dat het jaarlijks verplichte totaal aan aflossingen en de renteherzieningen kleiner dan 20% van het begrotingstotaal moet zijn. Door een goede spreiding te behouden in de looptijd van de leningenportefeuille wordt flexibiliteit in de toekomst behouden tegen zo laag mogelijke rentetarieven. Voor de gemeente Leudal is er voldoende ruimte onder de renterisiconorm.

(bedrag x 1.000)

Renterisico

2025

2026

2027

2028

Begrotingstotaal per 1 januari

111.841

108.443

103.918

106.095

Limiet percentage

20,00%

20,00%

20,00%

20,00%

Renterisiconorm

22.368

21.689

20.784

21.219

Rente herziening

0

0

0

0

Aflossingen

7.024

6.251

6.076

5.695

Renterisico

7.024

6.251

6.076

5.695

Onder- overschrijding normbedrag

Ruimte onder de renterisiconorm

15.345

15.437

14.707

15.524

Overschrijding renterisiconorm

Liquiditeitsrisico
Liquiditeit richt zich op de vraag of de gemeente genoeg geldmiddelen heeft om op de korte termijn de facturen, salarissen en aflossingen op leningen te betalen zonder dat daarvoor aanvullende financiering moet worden aangetrokken. Het risico bij liquiditeit is dat de gemeente over onvoldoende middelen beschikt om aan bovengenoemde verplichtingen te voldoen.

De gemeente Leudal hanteert het systeem van totaalfinanciering. Dit betekent dat alle uitgaven worden opgeteld en alle inkomsten hier tegenover worden gezet. Als blijkt dat de uitgaven hoger zijn dan de inkomsten, is er sprake van een financieringsbehoefte. Bij totaalfinanciering zijn leningen niet gekoppeld aan specifieke uitgaven of investeringen, maar aan het saldo van wat de gemeente in totaal uitgeeft en binnenkrijgt.
Een goed inzicht in het verloop van inkomsten en uitgaven leidt tot een goeie sturing op de benodigde liquiditeiten voor de komende jaren, de aan te trekken externe financiering en de ontwikkeling van de rentekosten.

Gemeenten zijn in het kader van schatkistbankieren verplicht hun overtollige liquide middelen boven het drempelbedrag aan te houden in de rijksschatkist. Door deze maatregel hoeft het Rijk minder geld te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen. De drempel voor verplicht schatkistbankieren is voor gemeenten  2% van het begrotingstotaal, als het begrotingstotaal lager is dan € 500 miljoen, waarbij het drempelbedrag minimaal € 1 miljoen bedraagt. Ook zijn er mogelijkheden om overtollige middelen uit te lenen aan overige decentrale overheden, met inachtneming van wet- en regelgeving.

(bedrag x 1.000)

Financieringspositie per 1 januari

2025

2026

2027

2028

Activa

Vaste activa

139.879

144.075

139.184

133.221

Grondexploitaties

4.186

2.928

-535

0

Meerjarig InvesteringsPlan

8.196

29.771

37.077

Saldo

144.065

155.199

168.420

170.298

Passiva

Reserves

92.566

93.207

88.470

85.721

Voorzieningen

6.665

6.942

7.572

8.364

Langlopende geldleningen

51.712

45.461

39.385

33.690

op te nemen geldlening 2025

7.500

6.750

6.000

op te nemen geldlening 2026

25.000

22.500

op te nemen geldlening 2027

11.000

Saldo

150.943

153.110

167.177

167.275

Financieringsoverschot

6.878

-2.089

-1.243

-3.023

Aan het begin van het begrotingsjaar 2025 werd een (theoretisch) financieringsoverschot berekend van afgerond € 7 miljoen, waarbij ervan uitgegaan wordt dat alle in de meerjarenbegroting opgenomen investeringen volgens planning worden uitgevoerd.

In de komende begrotingsperiode dalen de reserves. Deze worden onder andere ingezet ter dekking van een herstructureringsfonds, een dekkingsreserve voor de investeringen duurzaamheid en sloop/tijdelijke huisvesting van de onderwijslocaties uit het IHP (Integraal Huisvestingsplan).  

In de komende meerjarenperiode vinden er grote investeringen plaats. In 2023 is reeds een langlopende geldlening aangetrokken van € 15 miljoen, met het oog op grote investeringsprojecten. Dit is niet voldoende om de geplande investeringen in de komende jaren te financieren. Vanaf 2026 zullen er nieuwe leningen aangetrokken moeten worden die leiden tot nieuwe rentelasten. In bovenstaande tabel is een prognose opgenomen van de toekomstig aan te trekken leningen. Op dit moment is het nog niet zeker wanneer de leningen aangetrokken moeten worden en wat de hoogte van de rentelasten zijn. In de risicoparagraaf is het renterisico opgenomen.

Bij het aantrekken van leningen houden we rekening de vereisten uit wet- en regelgeving voor de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Voor een bedrag van maximaal € 9 miljoen ( kasgeldlimiet) kan dit met kortlopende geldleningen en voor het overige met langlopende leningen.

Koersrisico
Koersrisico is het risico op een daling van de marktwaarde van de financiële activa. Omdat onze gemeente de “Essent-gelden” heeft belegd in obligaties zijn de koersrisico’s op het einde van de looptijd beperkt. Vastrentende waarden garanderen dat op de einddatum de nominale waarde wordt uitgekeerd. Op de balans zijn de obligaties gewaardeerd tegen de aankoopprijs ( als de hoger is dan de nominale waarde) of tegen de nominale waarde ( als deze hoger ligt dan de aankoopprijs). Als de beleggingen niet worden verkocht voor de einddatum dan is er nauwelijks sprake van een koersrisico.

Onze vermogensbeheerder volgt de marktontwikkelingen nauwlettend en informeert de gemeente hierover periodiek. Daarnaast staat de Wet Schatkistbankieren alleen mutaties in de beleggingsportefeuille toe onder voorwaarden. Door de ingezette beleidslijn van uw gemeenteraad wordt de beleggingsportefeuille stapsgewijs afgebouwd. Liquide middelen die de komende jaren naar de gemeente terugvloeien in het kader van de afronding van de Essent verkoop worden om die rede niet herbelegd. In plaats daarvan worden die vrijvallende middelen aangewend als intern financieringsmiddel.

(bedrag x 1.000)

Beleggingen

2025

2026

2027

2028

Nominale waarde

2.308

408

Vrijval nominale waarde

-1.900

-408

Saldo

408

0

0

0

Gerealiseerde boekwinst beleggingen

-150

-22

Geldlening

2025

2026

2027

2028

Verstrekte hybride lening aan Enexis

3.017

3.017

3.017

3.017

Aflossing (vanaf jaar 2030)

Saldo

3.017

3.017

3.017

3.017

Vrijvalkalender

(bedrag x 1.000)

Jaar

Belegging

Boekwinst

2025

1.900

150

2026

408

22

2027

2028

2.308

171

Deze pagina is gebouwd op 11/14/2024 08:44:05 met de export van 11/14/2024 08:36:49